Het Belastingplan 2026 brengt verschillende fiscale wijzigingen met zich mee die van invloed zijn op zakelijke mobiliteit. Voor ondernemers, fleetmanagers en zelfstandige professionals is het van belang om tijdig inzicht te krijgen in de aanpassingen. Deze blog geeft een overzicht van de belangrijkste maatregelen, met aandacht voor wat dit concreet betekent voor wagenparkbeheer en mobiliteitskeuzes.
Belangrijkste wijzigingen uit het Belastingplan 2026
Let op: het betreft een wetsvoorstel dat nog door de Tweede Kamer behandeld wordt en dus nog kan worden aangepast via moties of amendementen.
Hieronder staan de relevante voorstellen voor zakelijke mobiliteit, zoals gepresenteerd in het Belastingplan 2026.
1. Bijtelling voor elektrische auto’s
In 2025 geldt nog een verlaagd bijtellingspercentage voor volledig elektrische auto’s: 17% over de eerste €30.000 van de cataloguswaarde en 22% over het meerdere. Vanaf 1 januari 2026 vervalt dit voordeel. Dan geldt voor nieuwe elektrische auto’s hetzelfde bijtellingspercentage als voor auto’s met een verbrandingsmotor: 22% over de volledige cataloguswaarde. Dit betekent het einde van de fiscale stimulans via de bijtelling voor EV’s.
Tip: Wie vóór 1 januari 2026 een nieuwe elektrische auto op naam zet, profiteert naar verwachting nog 5 jaar van de lagere bijtelling (17% over de eerste €30.000). Deze overgangsregeling geldt op basis van de zogeheten “datum eerste toelating” en houdt in dat het bijtellingspercentage voor maximaal vijf jaar vaststaat vanaf dat moment – ook als de fiscale regels tussentijds veranderen.
Let op: dit is gebaseerd op de huidige fiscale praktijk en interpretaties van lease- en belastingexperts. De exacte uitwerking blijft afhankelijk van de definitieve wetgeving.
2. Motorrijtuigenbelasting (MRB)
Vanaf 2026 verandert de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor elektrische auto's. Waar zakelijke rijders in 2025 nog profiteren van een kwarttarief (75% korting), geldt vanaf 1 januari 2026 een nieuwe tariefkorting van 25% voor emissievrije personenauto’s. Deze korting blijft van kracht tot en met 2029 en geldt voor zowel het rijksdeel als voor de provinciale opcenten. Vanaf 2030 vervalt de korting volledig.
Volgens de factsheet van de Rijksoverheid is deze tijdelijke korting onder meer bedoeld om te voorkomen dat elektrische auto’s door hun hogere gewicht, veroorzaakt door de accu, méér MRB zouden gaan kosten dan benzineauto’s. Zo blijft elektrisch rijden fiscaal aantrekkelijk tijdens de overgangsfase waarin EV’s hun plek in het wagenpark verder veroveren.
Bovendien geeft Rijksoverheid aan dat er plannen zijn om de korting in 2026, 2027 en 2028 mogelijk te verhogen van 25% naar 30%. Dit voorstel moet echter nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.
Voor ondernemers en wagenparkbeheerders is het dus slim om dit fiscale voordeel mee te nemen in de TCO-berekening (Total Cost of Ownership) van elektrische voertuigen. Zelfs met 25% MRB blijft een EV in veel gevallen gunstiger dan een vergelijkbare brandstofauto.
3. BPM en CO₂-uitstoot
Vanaf 2026 worden de BPM-tabellen jaarlijks aangescherpt op basis van de verwachte CO₂-reductie. Plug-in hybrides verliezen hun bpm-korting en gaan het volledige tarief betalen. Deze maatregel is onderdeel van de fiscale vergroening.
4. Pseudo-eindheffing werkgevers
Vanaf 2027 wordt een pseudo-eindheffing van 12% ingevoerd voor auto’s met CO₂-uitstoot die werknemers ook privé gebruiken. Deze eindheffing in de loonbelasting is niet van toepassing op emissievrije voertuigen of bij uitsluitend zakelijk gebruik. Voor auto’s die voor 1 januari 2027 in gebruik zijn genomen, geldt een overgangsregeling tot 17 september 2030.
5. Accijnskorting op brandstof
De tijdelijke accijnskorting op benzine, diesel en lpg wordt verlengd tot 1 januari 2027. De korting bedraagt 17,3 cent per liter benzine en 11,1 cent per liter diesel. Daarnaast past de overheid in 2026 geen inflatiecorrectie toe op de brandstofaccijnzen, waardoor de tarieven gelijk blijven aan die van 2025: € 0,79 voor benzine, € 0,52 voor diesel en € 0,19 voor lpg.
6. Rapportage werkgebonden personenmobiliteit
De verplichting voor het rapporteren van werkgebonden personenmobiliteit (WPM) geldt vanaf 2026 alleen voor organisaties met 250 medewerkers of meer. Eerder lag deze grens bij 100 werknemers.
Deze aanpassing betekent dat een groot deel van het mkb voorlopig wordt ontzien van deze administratieve verplichting.
Ben je benieuwd of jouw organisatie straks moet rapporteren, en hoe je dat praktisch aanpakt? In onze eerdere blog WPM-rapportage voor mkb in drie stappen leggen we helder uit wat er van je verwacht wordt en hoe je eenvoudig aan de slag kunt met de juiste data.
7. Kilometerheffing voor vrachtwagens
Voor vrachtwagens boven de 3.500 kilo wordt in 2026 een kilometerheffing ingevoerd. Deze heffing bevat een CO₂-differentiatie: elektrische en waterstoftrucks betalen minder dan dieselvarianten. De opbrengst wordt ingezet voor laadinfrastructuur en zero-emissiesubsidies.
Gevolgen voor zakelijke rijders en wagenparkbeheerders
Kostenstructuur verandert
Door de gelijktrekking van de bijtelling voor EV’s verandert het fiscale voordeel. Tegelijkertijd zorgt de verwachte tijdelijke verhoging van de MRB-korting voor enige compensatie. Organisaties kunnen hun mobiliteitsbeleid hierop afstemmen door bijvoorbeeld in te zetten op efficiënter wagenparkgebruik of alternatieve mobiliteitsvormen.
Belang van registratie en timing
De overgangsregeling bij de pseudo-eindheffing maakt het relevant om te beoordelen of voertuigen vóór 1 januari 2027 in gebruik genomen kunnen worden. Zo kunnen werkgevers optimaal gebruikmaken van het huidige regime.
EV-keuzes en CO₂-uitstoot
Aangezien de fiscale differentiatie tussen EV’s en fossiele voertuigen afneemt, wordt het belangrijker om de keuze voor voertuigen te baseren op gebruiksprofielen, laadmogelijkheden en TCO (Total Cost of Ownership).
Oplossingsrichtingen en voorbereiding
Flexibel mobiliteitsbeheer
Door te kiezen voor mobiliteitsoplossingen zoals een mobiliteitsbudget of een pas die meerdere vervoersvormen faciliteert, kunnen organisaties beter inspelen op veranderende wetgeving en individuele voorkeuren van medewerkers.
Realtime kosteninzicht
Tools en platformen die realtime inzicht geven in mobiliteitskosten helpen bij het optimaliseren van budgetten en het tijdig signaleren van fiscale veranderingen.
Contractbeheer
Het is raadzaam om lopende lease- en mobiliteitscontracten door te lichten op looptijd, bijtellingspercentages en flexibiliteit. Dit biedt ruimte om strategisch te anticiperen op het nieuwe fiscale kader.
Conclusie
Het Belastingplan 2026 brengt structurele aanpassingen voor zakelijke mobiliteit met zich mee. Door tijdig te analyseren welke maatregelen van toepassing zijn, kunnen ondernemers, fleetmanagers en zelfstandigen hun mobiliteitsbeleid hierop afstemmen. Flexibele oplossingen, goed kostenbeheer en inzicht in fiscale regels vormen hierbij de sleutel.